|
Welcome on our site!!!
|
VERZORGING EN METHODE. DE WEDUWNAARSDe om en bij de 40 vliegduiven, jaarlingen inbegrepen, bevinden zich allen op het hok bij Jos Loobuyck. Hier worden ook de jongen van de tweede en derde ronde ondergebracht. De weduwnaars mogen voor het seizoen één- of tweemaal gedurende een vijftal dagen broeden. In het jaar 2001 mochten ze slechts één keer samen rond 25 maart. Tijdens de winter vliegen ze twee- à driemaal per week uit, om een zekere basisconditie te onderhouden. Hierbij stoort men zich helemaal niet aan koud of nat weer. Iedere duif verblijft in haar nestbak en mag los op het hok. Rond 10 april gaan ze op weduwschap. In het begin van het seizoen worden alle duiven opgesloten in hun nestbak. Ze krijgen dus allemaal afzonderlijk eten en drinken. Half mei krijgen ze terug de vrijheid op het hok, daar de oude vliegers niet zo graag worden opgesloten. Ze hebben ook de mogelijkheid om een tweede territorium in te nemen op een zitkapje. Dit is wel voor de vlugge vogels, daar er niet genoeg kapjes worden gehangen. Iedere duif blijft apart drinken! Dagelijks worden de drinkpotjes weggenomen en vervangen door andere met vers water. De weggenomen potjes worden dan uitgewassen en te drogen geplaatst. Het hok wordt dagelijks gereinigd en de mest wordt goed gecontroleerd. De voeding is ook zeer belangrijk. Er wordt namelijk voor gezorgd dat de weduwnaars altijd hun eten opeten, zoniet krijgen ze bij de volgende maaltijd een beetje minder eten. Wie moet vliegen, wordt langzaam opgevoederd naar de vlucht toe. Soms krijgen ze ook vitaminen. De voeding wordt aangevuld met wat snoepzaad en pindanoten. Voor de inkorving worden de duiven in hun nestschotel gelaten. Ze krijgen geen duivinnen te zien. De ogen worden daarna gedruppeld met Forma-druppels. Bij thuiskomst zit hun vrouwtje klaar en krijgen ze elektrolyten in het drinkwater. Naargelang de moeilijkheidsgraad van de vlucht krijgen ze hun duivin langer te zien. Eens verder op het seizoen krijgen alle duiven van hetzelfde hok die niet reisden ook hun partner. Zo kan het weduwschap langer volgehouden worden. Na een zware vlucht worden ze ontsmet tegen trichomonen. Dit wordt wel tot het minimum beperkt! Tegen coccidiose wordt enkel gekuurd als de dierenarts dit aanraadt voor het vliegseizoen. Tegen kopziekten wordt bij de oude duiven uiterst zelden gekuurd! In april-mei trainen de weduwnaars één maal per dag, normaal s avonds. Eens het zomer wordt krijgen ze s morgens en s avonds gedurende één uur de vrijheid en dit met gesloten ramen. Er is wel geen verplichting om te vliegen. Voor de zware fond volgen Jos en Jan een nauwkeurige planning. Deze kan wel eens aangepast worden volgens de moeilijkheidsgraad van de vlucht of de eventuele verliezen. Na het vliegseizoen mogen de duiven een ronde jongen grootbrengen. DE KWEKERS.Op de hokken te Bellem huizen de kwekers. De om en bij de twintig kweekkoppels mogen twee ronden grootbrengen en dit vanaf eind november. Daarna blijven slechts de topkoppels samen voor een derde en een vierde ronde. Alle topkwekers kweken op een natuurlijke wijze, er wordt dus niet aan stierenkweek gedaan. Bij uitzondering worden er wel eens een koppel eitjes verlegd en krijgt de kweker een andere duivin. Soms blijven er van de eerste ronde jonge duiven veel in Bellem. Ze worden daar uitgelaten en gespeeld. In augustus worden de beste duivers, die niet kweekten te Bellem, dan overgebracht naar de hokken te Aalter. In 1995 werd zoon Jan 1e fondkampioen jonge duiven op de fond in Eeklo en in 2000 werd hij 1e fondkampioen jonge duiven in Ruiselede. In de toekomst zal er in Bellem niet meer met jongen gespeeld worden. Wel zullen er nog wel enkele uitvliegen en dit louter voor het plezier.
DE JONGE DUIVEN TE AALTER.Deze worden zeer goed opgeleerd en alle duivers vliegen normalerwijze 1 nationale vlucht. Soms mogen enkele duivinnetjes dan nog de andere nationale vluchten betwisten. Dit hangt ervan af of de jongen al dan niet goed komen. In 1999 werd het hok Jos en Jan Loobuyck zo provinciaal kampioen met de jonge duiven! De duiven vlogen niet echt vroeg, maar behaalden steeds hun prijs en zo haalden ze op de nationale vluchten voor jongen 4x hun eerste en tweede duif. Het spelen met jongen verdwijnt echter meer en meer naar het achterplan, daar er met de oude duiven voor de zware fond gekozen wordt. MEDISCHE BEGELEIDING.Tweemaal per jaar wordt een dierenarts geraadpleegd. Een eerste maal vóór de kweek en een tweede maal vóór het vliegseizoen. Er wordt enkel gekuurd op aanraden van de dokter. De jonge duiven worden allemaal geënt tegen de pokken en dit, na negatieve ervaringen met Parapox, terug met de klassieke entmethode, nl. met ovopesterin.. Alle duiven worden ingespoten tegen Paramyxo door Marianne, de vrouw des huizes, die van opleiding verpleegster is. In het najaar worden de duiven na de rui geënt tegen Paratyfus, al wordt dit af en toe wel eens een jaartje vervangen door een lange drinkwaterkuur. |