EEN STUKJE GESCHIEDENIS.

Jos Loobuyck was pas twaalf jaar toen hij voor het eerst enkele duiven hield. Hij woonde toen in Merkem, een klein dorpje in de buurt van Diksmuide. Zijn vader was nochtans geen duivenliefhebber. De eerste duiven kreeg hij van zijn nonkel Julien Maes uit Rumbeke. Hij speelde toen enkele snelheidsvluchten. Maar toen Jos op internaat verbleef, waren de duifjes allemaal verdwenen. Zijn ouders, die zelfstandig waren hadden geen tijd om naar de duiven om te zien. Dus …

In 1958 stapte hij in het huwelijksbootje en na wat avontuurlijke reizen vestigde hij zich in Otegem. Het dorp waar nu Silvère Toye woont. Jos werkte ondertussen bij de firma Bekaert te Zwevegem en maakte opnieuw tijd voor duiven. Met ondermeer nakweek van de Manke van Jacques Catteeuw werden tot Dourdan behoorlijke successen geboekt.

In 1966 kwam het gezin Loobuyck naar Aalter wonen. Jos en Marianne hadden toen reeds vier kinderen. Eerst twee meisjes Els en Ann en dan twee jongens Jan en Wim. Jos verhuisde mee met de firma Bekaert naar Aalter, die daar een nieuwe vestiging oprichtte. Jos werkte er als scheikundige in het labo.
Aanvankelijk stond er nog geen duivenhok bij de nieuwe woonst in Aalter. Maar Jos ging steeds elders de duiven waken en zijn vrouw had hem liever in de buurt vandaar dat er al snel een hokje gebouwd werd.

Zoon Jan ging als kleine jongen reeds mee met papa op de hokken. Hij kreeg de duivenmicrobe als het ware ingelepeld. Die interesse bleef verder bestaan en zo speelden vader en zoon al vlug samen.

In de jaren zeventig werd er enkel snelheid en halve fond gespeeld. O.a. de twee prachtige blauwe duivers de '04' en de '13' zorgden voor veel succes.
In de jaren tachtig kwamen opnieuw duiven van de fantastische Poitiers-vliegers van nonkel Julien Maes. Deze werden aangevuld met duiven van de rassen Raoul Verstraete van Oostakker, Daniël Van Ceulebroeck van Balegem en Albert Jolie van Sint-Lievens-Houtem. Deze laatste rassen kwamen op het hok via wijlen Lehoucq uit Eeklo. Zo werden in 1985 een molenaar duiver en een zwarte duivin geboren die zich later ontpopten tot een 'GOUDEN KWEEKKOPPEL'. En dit was de start van de fondcarrière…